Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Deep Sand Bed - Anthony Calfo

Door Anthony Calfo – Vertaling Marc Callens

Het gebruik van substraten in zeeaquaria heeft met de loop der jaren z’n ups en downs gekend. Zo werd er overgestapt van kale bodem aquaria, naar aquaria met een dunne zandlaag, over aquaria met diep zand bed (DSB) om terug te eindigen bij de kale bodem aquaria.

Niettegenstaande een DSB in de loop der jaren en dan vooral in de USA halverwege de jaren 90 aan populariteit won, heeft het toch geduurd tot het refugium z’n intrede deed, alvorens het DSB algemeen zou worden geaccepteerd in onze hobby.

De redenen hiervoor zijn waarschijnlijk al duidelijk: Een refugium is kleiner, kost minder en houdt minder risico in dan een echte DSB. De hobbyist heeft blijkbaar meer vertrouwen in het refugium. Maar zelfs met die faalangst, is het toevoegen van een DSB op een volledig aquariumsysteem, rekeninghoudende met de kostprijs en onderhoud, echt een investering voor de toekomst.

Het is niet verwonderlijk dat de grote DSB-systemen moeilijk geaccepteerd worden.

Naarmate de DSB aan populariteit won, groeide echter ook het aantal critici. Helaas werd er vooral theoretische kritiek gespuwd, zonder zelf ooit een DSB te hebben geprobeerd.

Het overgrote deel van die kritiekasters die  problemen hadden met hun aquaria, beschuldigden te makkelijk de DSB-filtering, vooral omdat ze een te geringe DSB-kennis bezaten. De problemen waren eerder te wijten aan slechte waterkwaliteit, slecht onderhoud, onvoldoende stroming en de typische bio-overbelasting (te zware bezetting).

Een DSB-systeem is eigenlijk heel éénvoudig, maar moet volgens bepaalde regels toegepast worden. Voorwaar kan ik u zeggen, dat mijn ervaring met DSB-sytemen, niet onbelangrijk is: Ik heb meer dan 20.000 kg fijn zand gebruikt bij mijn persoonlijk koraalproject en heb soortgelijke systemen op meer dan honderd privé-aquaria opgestart in de laatste tien jaar. In dit artikel wil ik u een praktisch overzicht geven van het potentieel – en de beperkingen – van de DSB-toepassing.


Als ik mijn talrijke DSB-projecten zou moeten verwoorden in één slagzin, dan kan ik dat door één algemene opmerking te geven, zijnde het feit dat vele nieuwe hobbyisten onrealistische verwachtingen hebben van een DSB. Er is zeker genoeg potentieel, doch veel mensen hebben echt te hoge verwachtingen. Een nieuw opgestart DSB kan niet in één nacht een habitat van vele levende diertjes worden. Zo’n klimaat bewerkstellingen is moeilijk, vergt een goede planning en vraagt tijd en geduld. Te vaak mislukt de opdracht door het ongeduld van de aquarist. Men brengt veel te vlug grotere roofzuchtige vissen in het DSB-aquarium, die dan de groeiende populatie aan de zo nodige wormen, microcrustacean (bvb pod) en andere zandfauna , gaan verstoren en opeten, alvorens deze op peil is en bijgevolg het roofzuchtige gedrag van bepaalde vissen kan weerstaan. Dit is dus een enorme vergissing van het eerste uur dat men hier begaat. Het klein biologische leven in de DSB, dat zich nog ten volle moet ontwikkelen, komt hierbij in een ongelijke strijd met de te volle aquaria aan vissen, waardoor de DSB op termijn faalt.

Een gelijkaardig probleem steekt de kop op bij aquariumsystemen, waar onvoldoende waterbeweging is, zodat er zich te veel bezinksel kan vormen, wat zich dan ophoopt waardoor het systeem na verloop van tijd crasht.

We moeten er integendeel voor zorgen dat er altijd voldoende natuurlijke waterbeweging is in het aquarium, of het nu een kale bodem heeft of een DSB heeft. Zo blijft de vaste stof in suspensie in de waterkolom en is de kans groter dat het ofwel terecht komt bij de  filterfeerders ofwel bij de eiwitafschuimer of soortgelijk filtersysteem.


STERKE WATERBEWEGING IN HET AQUARIUM IS DE SLEUTEL TOT SUCCES  VOOR EEN LANGDURIG GEZONDE DSB.


Ik raad de algemeen bekende “sps”debieten aan van 40 tot 60 x het bruto watervolume van het aquarium voor de beste resultaten.


Ik herinner me nog goed de “early-days” van het aquarium houden in The States. We hoorden de verhalen van de grote Duitse hobbyisten die hun nieuw vers levend steen (Berlin Systeem) zes maanden in niet-verlicht recipiënt hielden, met een goede stroming erop en toevoegingen van supplementaire organische en anorganische voedingstoffen om zo meer leven op het steen te krijgen. Op die manier konden ze het gespoeld steen voorzien van meer dan nuttige algen en andere levende diertjes alvorens er vol licht op gezet werd en vissen werden geïntroduceerd in het aquarium. Slechts enkele Amerikaanse hobbyisten hadden het geduld om op deze manier een zeeaquarium op te starten.

We moeten de Duitse koraalsystemen van die tijd zo mooi gevonden hebben en de les onthouden hebben, dat we dit nu toepassen op onze refugia en DSB-systemen.

Nu kunnen we dus, met dank en respect, onze Europese vrienden eraan herinneren dat DSBs met geduld en hetzelfde advies van destijds opgestart worden:

Vermijd  het te vroeg introduceren van (roofzuchtige) vissen en zelfs koralen in het DSBaquarium, om het mogelijk te maken dat het DSB kan rijpen en kan voorzien in voldoende populatie van de noodzakelijke infauna.

Het zal je nu al opgevallen zijn dat deze twee (vetgedrukt) supra-vermelde adviezen indruisen tegen wat de meeste zogezegde experten en detailhandelaars verkondigen. Ze geven ten onrechte de raad een schoonmaakploeg van in het begin te introduceren (ten minste één van de twee voornoemden halen profijt uit dit advies).

De toevoeging van roofzuchtige slakken, zoals de Ware Wulken (Buccinidae), en aanverwante slakken zoals de Murex of Rotsslakken (Muricidae), de modderslakken (Nassariidae), Tulp of Asslakken (Fasciolariidae), kunnen verwoestend zijn voor de noodzakelijke levensvormen in het zandbed. De populaire Strombusslakken doen het nog slechter dan de andere soorten. Ze zullen, nadat ze zich te goed gedaan hebben aan het infauna van het DSB, zeker de hongersdood sterven.

Het zelfde gaat eigenlijk op voor de zeekomkommers (Holothuridae), de gekende zee koekjes (Clypeasteroida of beter bekend als SANDDOLLARS) en alle zandzevende grondels. Deze krachtige zandzevers vernietigen veel van de biomassa in het substraat.


De ergste van allemaal, is misschien wel de vermeende reefsafe HEREMIETKREEFT: Deze is als roofdier te willekeurig en te brutaal om op een DSB te leven.

De enige goede kwaliteit van voornoemde dieren is dat zij het zand omwoelen, met als gevolg dat de bruine algen (diatomeeën) minder kans maken om zich te ontwikkelen (m.a.w. ze houden het zand wit, maar daar is dan ook alles mee gezegd).

Bij een DSB-aquarium kan men echter gebruik maken van andere dieren om het zand algenvrij te houden, zonder dat deze de biodiversiteit van het DSB vernietigen.

Deze zijn onder meer :

Stomatella-type slakken, Cerithium en aanverwanten en bijna alle BORSTELWORMEN.

Ja! Borstelwormen zijn zeer nuttig. De populatie van borstelwormen, zal nooit overmaats groeien omdat ze te afhankelijk zijn van het beschikbare voedsel. Het beschikbare voedsel dat eigenlijk nooit zal overheersen, gezien onze stelregel nummer 1 (voldoende stroming zoals daarnet omschreven). De waterstroming zorgt er voor dat er niet te veel voedselophoping is.

Na verloop van tijd kan je zelfs ASTERINA-type zeesterren laten gedijen welke eigenlijk niet kwaadaardig zijn (alhoewel dit enigszins controversieel is ).

Als we het dan toch over zeesterren hebben, dan kan ik je zeker de OPHIUROIDAE-soorten aanraden. Het zijn zeer goede aaseters en hoeven weinig of geen omkijken naar.

Na een jaar van rijping, kan men verschillende soorten garnalen gaan inbrengen, zoals de LYSMATA-soort. Deze hebben als voordeel dat hun larven, welke ze zeker zullen produceren, op hun beurt terug als voedsel kan dienen voor koralen. Ze zorgen voor een mooi evenwicht  en azen over het substraat.


Wat de vissen betreft, is eigenlijk de borsteltanddoktersvis (geslacht CTENOCHAETUS) de beste keuze als opruimploeg. Ze hebben het voordeel dat ze door hun morfologie (aanwezigheid van gespecialiseerde monddelen) het zand gaan zeven (algen eten) op zo’n manier dat het nano-leven kan blijven bestaan.

Manueel zand gaan omwoelen door de aquariaan is op die manier overbodig en zelfs niet wenselijk, rekeninghoudende met opnieuw stelregel nummer 1 (voldoende stroming over het zandoppervlak) en met voldoende biodiversiteit in de zandbodem.

Dit gezegd zijnde, kan het manueel gaan omwoelen van het zand, toch ondersteunend werken indien er niet voldoende stroming zou zijn, omdat men zo de eventueel aanwezige filterfeeders voor voldoende voeding kan voorzien. Maar we gaan er vanuit dat STELREGEL 1 een must is voor een goedwerkende DSB. Ik kan het niet genoeg herhalen, voldoende stroming over en voldoende biodiversiteit in de zandbodem.

Naar mate het DSB rijpt, zal men verschillende algensoorten zien gedijen. Het zijn eigenlijk maar dunne lagen tussen het aquariumglas en het substraat en ze zullen echter nooit het zandbed gaan overwoekeren. Algen worden immers ook gestimuleerd tot groeien door de (weerkaatsende) aquariumverlichting op verticale ruiten en door het indirecte invallende daglicht door het glas. Vandaar de dunne algenfilm tussen zandbed en het verticale glas.

Veel aquarianen die een DSB benutten met voldoende waterbeweging en hun DSB onderhouden zoals het hoort, zullen merken dat bij het verplaatsen van een bestaande gerijpte DSB naar een ander aquarium, dat het zand even reukloos en zuiver is, als de dag dat het geplaatst werd. Zo moet een DSB er uit zien, na vele jaren.

Ik persoonlijk heb ooit een negenjaar oude DSB (15 cm dik in een 1000 liter aquarium gevuld met oa kleine rifhaaien) verhuisd en het maakte die zelfde indruk op me: Schoon, proper, reukloos, gezond levend zand.

Misschien wel het meest onderschatte en tevens ook meest significante voordeel van een DSB is het vermogen om op een natuurlijk wijze vrij snel nitraten te reduceren.

Meer dan tien jaar geleden schreef ik een artikel over hobbyisten die gebruik maakten van een Remote Deep Sand Bed (RDSB) of een DSB in een apart recipiënt in bypass op het aquarium. Ze gebruikten dit systeem opdat ze toen (en sommigen nu nog) de vrees hadden van …..mocht er iets verkeerd gaan in het DSB, mocht het substraat vervuild geraken, wat dan ?....

Eigenlijk hebben ze een beetje gelijk: Een verlichte DSB is moeilijker gezond te houden omwille van de steeds aanwezige competitie tussen het leven in het water (roofzuchtige dieren) en het leven in het zandbed, met daar nog eens bij de eventueel ongewenste levensvormen in het zandbed (azende dieren in het zandbed) en de toename van energiebronnen (voedsel, afval, licht). Temeer de voordelen van een DSB, eigenlijk ook gelden voor een onverlichte RDSB, die in verbinding staat met het aquarium.

Een typisch voorbeeld van een RDSB-opzet voor huiselijk gebruik (voor een aquarium kleiner dan 800 liter bruto) is een grote emmer vol zand (ca. 25 kg in een 20-liter emmer bvb) dat gefilterde watertoevoer krijgt van het aquarium, als verderzetting op het aquariumsysteem (lees sump). Sommige hobbyisten vereenvoudigen deze opzet door de emmer in een recipiënt te zetten en het te voorzien van water door ofwel, via de zwaartekracht het water uit het aquarium of refugium te laten afvloeien in de emmer, ofwel door de watervoorziening te voorzien via een bypass op de opvoerleiding. Het water kan dan langzaam in de emmer lopen, om zodoende terug over de rand van de emmer in het recipiënt te lopen om dan terug naar het aquarium te verdwijnen. Een andere mogelijkheid is een extra compartiment in de sump te voorzien, juist voor het opvoervak, waar je de emmer in kwijt kan. Het is een zeer éénvoudige en effectieve manier om de nitraatwaarde beneden de 10 ppm te houden.


Kies je dan toch voor een DSB of RDSB, respectievelijk in het aquarium zelf of in de sump (zonder emmer, doch zand rechtsreeks in een sumpcompartiment), dan mag men rekenen dat 25 kg fijn zand (minder dan 2 mm diameter korrelgrootte) voldoet om ongeveer 400 liter netto aan water van een aanvaardbare nitraatwaarde te voorzien.

Het laatste decennia rapporteerden hobbyisten de nitraatwaarde met moeite onder de 40 ppm te kunnen houden, door enkel frequente waterwissels door te voeren en door gebruik te maken van andere drastische maatregelen, die eigenlijk niet werkten.

Nadat ze een RSDB installeerden, merkten ze dat de nitraatwaarde gevoelig daalde, in minder dan 4 maanden met reeds een voorruitgang in de eerste 8 weken of zelfs minder.

Ik zelf heb al menige zeewaterhandelaren geholpen door zelfs zwaar belaste winkelsystemen te voorzien van een RDSB-aquarium gevuld met 200 liter fijn zand (1 mm diameter korrelgrootte) bijna tot aan de aquariumbovenrand gevuld en met slechts 10 cm waterhoogte boven het zandoppervlak.

Dit was effectief werkzaam op fish only systemen tot 4000 liter.

HET VOORDEEL VAN EEN DIEPZANDBED IS, DE CONTROLE HEBBEN OVER DE NITRAATWAARDE.


Hoewel veel aquarianen beweren dat hogere nitraatwaardes, door de jaren heen, beter getolereerd worden door vele vissen, is de realiteit anders en verdragen vele vissen deze hoge waardes niet. Rapporten over PTEROIS, haaien en andere roofvissen impliceren dat de hoge nitraatwaardes een remmend effect hebben op de opname van Jodium wat vervolgens kan leiden tot schildklier hyperlasie (struma in de keel). De toestand wordt in vele gevallen zo erg dat het aangetaste dier niet meer in staat is om te eten.

Met behulp van de EMMER-RDSB, als voorbeeld, versus het refugium of DSB, zijn dit eigenlijk de voor –en nadelen van een dik zandbed :

-          Er is weinig risico aan verbonden en eigenlijk ook weinig voordeel (uitgezonderd de nitraatreductie) aan een gezonde DSB

-          Sterke stroming boven het zandbed zal het geheel gezond houden, zwakke stroming daarentegen vernietigt het geheel.

-          In gelijk welke opstelling is een DSB opzetten éénvoudig en goedkoop, maar ook omslachtig (neemt veel plaats in beslag) en moeizaam (men moet het geduld kunnen opbrengen)

-          Levend zand (LZ) is als levende steen (LS) : Veel geduld impliceert een goede filterende werking van de substraten, weinig geduld mbt tot inzetten dieren tijdens de rijpingsfase, produceert waardeloze steen of zand.


Eén van de grote voordelen van een RDSB (emmer of andere toepassing) tov DSB is dat het kan kortgesloten worden van het aquariumsysteem en terug kan aangesloten worden mocht het nodig zijn.


Medicatie gebruiken in een aquarium met DSB kan gevaarlijk zijn gezien de dikke zandbodem stoffen kan absorberen waarbij het microleven dood gaat. Een RDSB zoals hierboven omschreven kan bij gebruik van medicatie, kortgesloten worden en kan dmv lus (closed-loop) zelfstandig doordraaien (dmv een voldoende sterke pomp die het water intern doet rondpompen) om dan nadien (na de medicijnenkuur) terug aangesloten te worden.

Mocht het RDSB om één of andere redenen dichtslaan, dan kan met een simpele draai aan de kogelkraan, het systeem losgekoppeld worden van het aquarium, in tegenstelling tot een DSB die faalt, waar men voor een helse karwei staat om het zandbed te draineren of te verwijderen.


Om deze redenen is mijn raad : Gebruik een RDSB ipv een DSB als je de mogelijkheid hebt.

We moeten natuurlijk ook rekening houden met de samenstelling van het zand dat voor de DSB gebruikt wordt. Het moet van die aard zijn dat het een perfect onderkomen biedt voor de wenselijke levensvormen en bestand is tegen de toch wel sterke stroming. De regels om een DSB op te zetten zijn niet al te strikt, doch ik wil je wel enkele praktische tips meegeven:


Het gestelde doel is het cultiveren van een zuurstofarme zone, waar denitrificatie plaats grijpt en waar dichtslibben zo goed als mogelijk geweerd wordt. Hiervoor raad ik een zandkorrelgrootte aan van minder dan 2 mm diameter. Grover zand kan gebruikt worden, maar dan moet het zandbed dikker zijn en moet de stroming nog krachtiger zijn. Grotere zandkorrels zorgen voor openingen in het zandbed, waar vaste stoffen in kunnen vast geraken  en bijgevolg kan leiden, zoals critici aanhalen, tot dichtslibben van het zandbed.


Als we hier rekening mee houden dan kan een mengsel van fijn zand met grof zand gebruikt worden, zolang het fijne zand de holtes tussen de grovere korrels opvult om zodoende een homogeen substraat te verkrijgen, waar geen vaste stoffen kunnen in vast blijven zitten. Het is raadzaam een mengsel te gebruiken van fijn en grover zand, omdat een zandbed uit één soort zand er mogelijks voor zorgt dat bepaalde levensvormen andere levensvormen zullen wegdringen, temeer een zandmengsel voor meer biodiversiteit zorgt.


Ten slotte wil ik nog kwijt dat er de laatste tijd te veel gedebatteerd is over de samenstelling van een diepzandbed. De drie meest voor de hand liggende keuzes zijn, calciet, kwartszand of aragoniet. Elke type substraat heeft zijn voorstanders en tegenstanders. Elk van deze media zijn nuttig, geloof me vrij, al zullen critici het tegendeel proberen te bewijzen. Het doel is de substraten met elkaar te vergelijken qua korrelgrootte, zoals eerder reeds aangehaald, en niet te gaan zoeken in de verschillen qua chemische samenstelling.

De voor –en de nadelen zijn de volgende :

CALCIET DSB :

Voordelen :           Makkelijk verkrijgbaar in de handel - Matig geprijsd -  -In diverse korrelgroottes verkrijgbaar -

 Nadelen :    Weinig buffervermogen (over de pH 7.6)


KWARTSZAND DSB :

Voordelen :           Zeer goedkoop (industriële bronnen) - 

Nadelen :    Geen buffering - Korrelgrootte is minder dan 1 mm diameter - Scherpe korrel met matige doorstromingscapaciteit


ARAGONIET DSB :

Voordelen :           Zeer goed gevormde korrel (oölitisch) met goede doorstromingscapaciteit - Excellente pH-buffering - Zeer goede mineraalwaarde

Nadelen :    Duurder dan voorgaande substraten - Niet altijd makkelijk verkrijgbaar (Noot vertaler : Dezer dagen in onze lage landen wel makkelijk verkrijgbaar)


Afhankelijk van de beschikbaarheid en de kostprijs van de substraten, is het mogelijk van elke soort hierboven vermeld een geschikt zandbed te maken.

De ronde-ovale korrel van Aragoniet zorgt er voor dat er een zeer goede doorstroming is, waarbij de diepere lagen van het zandbed voorzien worden van het nodige voedsel en waarbij de groei van diatomeeën aan de oppervlakte verminderd wordt.

Kwartszand met zijn scherpe kanten daarentegen zorgt voor weinig waterdoorstroming. Het gevolg daarvan is dat er minder voeding tot in de diepere lagen van het zandbed doordringt en dat diatomeeën makkelijker kunnen gedijen aan de oppervlakte. Een DSB van kwartszand lijkt in eerste instantie goedkoper, doch is veel arbeidsintensiever (manueel omwoelen zand) en zal voor een meerkost zorgen ivm de stroming die meer moet zijn.

Hobbyisten vinden de Calciet DSB de betere, omwille van z’n kostprijs, beschikbaarheid, esthetiek en teelt. Dit zijn echter hun woorden.


Met deze primeur hoop ik jullie te hebben voorzien van een geruisloze samenvatting van de voor –en nadelen van de DSB, wat de DSB kan en niet kan.

Als u weet te weerstaan aan z’n beperkingen, dan denk ik dat je zal merken dat een DSB een haalbare en betrouwbare methode is voor zeewateraquaria.


MVG

Anthony Calfo.

Stroomuitval en veiligheid.

Wie heeft dit nog niet meegemaakt ?: plots geen stroom meer of een schokeffect bij de aanraking van het water?

Wat kunnen wij er aan doen?

Johny Bex geeft ons de volgende info:
 
Veiligheid:
Het reglement zegt bv dat de badkamer ruimte een onveilige ruimte is. Als men zich in bad of douche bevindt mag men geen enkel elektrisch toestel kunnen bedienen of aan raken. (schakelaars,stopcontacten,lampen) Alle geleidende materialen moeten geaard zijn.
Ons aquarium is nu geen bad, maar er zijn gelijkenissen.
Als we de elektriciteit installaties er rond vergelijken is zijn de voorgaande  maatregelen bijna ondoenbaar en daarom moeten we extra voorzichtig zijn.
Daarom wil ik jullie op enkele punten attent maken die uw veiligheid ten goede kunnen komen.
Gebruik degelijk spatwaterdicht materiaal en waar kan zo ver mogelijk van het water vandaan en breng aarding aan waar kan. Deze zal de spanning af leiden van metalen behuizingen of het water.

  • Het aarden van de toestellen wordt nogal eens over het hoofd gezien, maar het water zelf kan ook geaard worden vb door een inox staafje aan te brengen in het water van de sump (filter) & aquarium we laten deze boven het waterpeil uit steken en bevestigen daar onze aarding draad aan vast.

Tip voor degenen die vies zijn van metaal in het water:

Je kan een opgebruikte droge batterij (bv van zaklantaarn) uit elkaar halen, mantel en zuur verwijderen en maak plaatje van + pool vast aan de koolstofstaafje.
Op het plus pool plaatje solderen we nu de aarding draad en bedekken dit plaatje met silicone. De aarding sonde is klaar.

  • Sluit je 220V voedingen voor aquarium zeker aan op een gevoelige aardlekschakelaar (30mA gevoeligheid )
  • Bij de keuze van toestellen kan je hier ook al rekening houden. Zo kan je  pompen die in het water staan vervangen  door pompen die op het droge staan. Minder gekend zijn deze op laagspanning 24V, dubbele isolatie.
 
Stroom uitval:
Plots wordt het stil en donker.
De aardlekschakelaar uit. Je zt deze weer op, maar voor hoe lang? Een uur of een paar dagen?
In moderne & gekeurde woningen staan er meestal 2 aardlekschakelaars

  • Een minder gevoelige (100 tot 300mA) hoofd aardlekschakelaar.
  • En een gevoelige (30mA) voor de onveilige ruimten en toestellen, deze laatste staat in serie (of achter de hoofd aardlekschakelaar) aangesloten.

 

Bij een klein lek op de kring van de gevoelige aardlekschakelaar zal enkel deze af slaan, bij een groter lek beide.
Bij zulke standaard aansluiting zal je bij iedere grote & kleine lek situatie zonder stroom zitten op het aquarium.

a  voedingsgroepen vallen uit bij 300mA lek & b komt spanningsloos
 
b voedingsgroepen vallen al uit bij lek 30mA bij > lek ook a uit.

  standaard_aansluiting
 
Dit hoeft echter niet te zijn, als we er nu een extra  hoofd aardlekschakelaar( gevoelige 30mA) bij plaatsen die parallel staat met de andere hoofdaardlekschakelaar speciaal en enkel voor het aquarium.


   aardlekschakelaar
  
c is de voeding voor ons aquariumsysteem. Deze kan enkel uitvallen als op c een lek is, kan feedback gehaald worden uit de groepen a of b maar best uit b de gevoeligste
 
b & a vallen kunnen uitvallen,  maar het aquarium systeem blijft van stroom voorzien.
 
Nu hebben we twee gescheiden kringen die elkaar niet meer beïnvloeden, is er een lek in het huishouden zal het aquarium niet zonder stroom komen (of omgekeerd).
En ander voordeel wat je nu hebt: al valt je aardlekschakelaar van het aquariumsysteem uit, je hebt een back-up, je kan via een verlengkabel het hoogst noodzakelijke (vb hoofd pomp) laten draaien op de huishoudkring en zo tijd besparen, en rustig naar de fout zoeken.
 
  • Een ander fenomeen is dat de aardlekschakelaar afslaat bij onweer.
Oudere typen aardlekschakelaar doen dat wel eens, blikseminslag op een voedingslijn van stroomverdeler zorgt voor een piek waarop deze dan reageren.
Deze kunnen vervangen worden door de nieuwe generatie aardlek schakelaars die dit niet doen, vraag ernaar in de vakhandel. (onweersbestendige aardlekschakelaars hebben een extra vermelding)
 
Een technieker kan ook niet altijd de fout vinden als deze zich maar sporadisch voor doet. Hij zal heus geen dagen komen logeren. Dit soort fouten moet je zelf vinden door tijdelijk kringen uit te zetten
(vb een aarding lek ontstaat als de verluchtingsventilator draait, maar enkel bij stevige buien en hij moet dan ook juist draaien via timer hoe dikwijls komt dat voor ?)
 
Tip : maak verschillende stroomkringen. Dit vergemakkelijkt het fout opsporen en zo kan een kring tijdelijk uit gezet worden. De rest hoeft  niet stroomloos te zijn.
Maak een kring waar enkel de hoofdpomp op staat, één met enkel verlichting enz .

Doseerpompen voor de zeeaquariaan", wat ? welke ? en waarom ze gebruiken ?

Een zeeaquarium zonder pompen is ondenkbaar.  Ze zijn steeds belangrijker aan het worden. Er zijn de laatste jaren  nieuwe  generaties pompen op de markt gekomen die  de zeeaquaristiek weer een stapje vooruit gezet hebben. Het gebruik van doseerpompjes van de nieuwste generatie zal op haar beurt ons weer iets dichter brengen bij het nabootsen van  natuurlijke processen.

 

  1. De zware jongens.

Pompen in ons aquarium moeten de maan vervangen die eb en vloed loslaat op 5/7 van onze aardbol en zo een gigantische  stroming veroorzaakt. Geen eenvoudige klus voor de stromingspompen. Deze pompen zijn de voornaamste pompen in het rifaquarium. Wil je alles laten evolueren zoals het elke dag evolueert bij moeder natuur dan moet behoorlijk geïnvesteerd worden.  De power en het aantal pompen is verantwoordelijk voor een behoorlijk hap van je elektriciteitsverbruik. Gelukkig zijn de laatste jaren inspanningen gedaan om met een minimum vermogen toch een groot debiet aan te kunnen.  Maar het blijft een uitdaging om een grote stroming te bereiken tussen de 5 ruiten van ons aquarium. Wie ooit de gelegenheid kreeg te duiken rond de riffen weet dat een dergelijke  stroming  bijna niet te bereiken is.

  1. De afschuimers

Naast stromingspompen hebben we nog de injectiepompen die de afschuimers heel efficiënt maken. Ook hier is zowel wat betreft energie verbruik als doeltreffendheid veel voorruitgang geboekt. Ik herinner mij nog de eerste afschuimers van Erwin Sander waarbij een luchtlift de opgeklopte eiwitten in een beker duwde.

 

 

  1. Toevoegen

Minder bekend en soms nog vrij  onbemind zijn de doseerpompen die in de zeeaquaristiek stilaan hun intreden doen. Het betreft deze pompen die ervoor zorgen dat de vloeibare toevoegmiddelen (sporenelementen, mineralen en zouten) onder ideale omstandigheden  in uw zeeaquarium terecht komen.

 

Doseren in een biologisch systeem heeft er namelijk alle voordelen bij  omdat zo langzaam en regelmatig mogelijk te doen.


 

 

Laatste was ik bij een vriend, die de wekelijkse hoeveelheid strontium er meteen zomaar inkieperde  en met een houten lepel  alles bovenaan al roerend ingoot. “Het is toch gelijk als ik dat in één keer doe”… Ik neem mijn pillen toch ook  in één keer gaf hij als antwoord.
Pillen gaan via de maag in diffusie en worden langzaam opgenomen in een 4 meter lang darmkanaal wist ik de man te overtuigen.
Alle bijsturingen of veranderingen in een biologisch systeem moeten om reproduceerbaar te kunnen zijn, volgens een biologisch klok aangebracht worden. Alleen zo kan je onderling  vergelijken of minstens de steeds aanwezige schokken spreiden en sterk reduceren . Het is toch de bedoeling die sporenelementen toe te voegen om de langzame opname “aan te vullen” en niet een soort trapsysteem uit te testen ??

Wie hiermee akkoord gaat zal ofwel geneigd zijn de toevoegmiddelen via bvb een indruppel systeem aan het aquarium toe te voegen of kan gebruik maken van  wat ik verder “doseerpompjes” zal noemen.

 

 

  1. Doseerpompen

Hiervoor bestaan 2 types van pompen. De slangenpompen of peristaltische pompen en de diafragmapompen.  De slangenpompen hebben alle voordelen die je maar kan indenken.  Wie de werking ervan wil zien kan best op  http://nl.wikipedia.org/wiki/Slangenpomp even kijken.

Slangenpompen  hebben een oneindige mogelijkheid wat betreft debiet, zijn ideaal in gebruik en zijn dan ook in alle laboratoriatoepassingen te vinden.  Bij wetenschappelijke experimenten worden alleen deze pompen gebruikt om hun nauwkeurigheid, reproduceerbaarheid, en chemische weerstand . Ook is het eenvoudig mogelijk  meerdere kanalen (vloeistoffen) onafhankelijk van elkaar te doseren.

 Stel je even volgende opdracht voor : Test 8 ontsmettingsmiddelen op 42 aquaria en doe te test met telkens 3 verschillende concentraties van dat ontsmettingsmiddel !  Laat elke test 48 u lopen en dat gedurende 21 dagen ! Alleen een systeem met een meerkanalige slangenpomp kan zoiets aan.

Maar voor ons als zeeaquariaan valt de prijs van een eenvoudige slangenpomp soms tegen.  We geven liever 600 euro aan onze dieren dan aan een doseerpomp. Dat is ook terecht.

  1. De diafragmapompen

De drang steeds kleinere en compacte pompen te ontwikkelen o.a. in de geneeskunde, heeft  ons iets bijgebracht !! Recente ontwikkelingen bij verschillende fabrikanten hebben ons de micro diafragma pomp opgeleverd.  Ze zijn ook goedkoper en even betrouwbaar. Een diafragma of membraan zorgt voor de nodige vloeistofverplaatsingen. De werking is duidelijk te zien bij  http://nl.wikipedia.org/wiki/Membraanpomp

Stel je even voor een pompje die in een luciferdoosje kan en slechts 220 euro kost, perfect regelbaar  tussen 5 en 70 ml per minuut …Gedaan met de druppelmethode en of onzekere hevels en toestanden die nooit bedrijfszeker zijn laat staan naukeurig !

 

  1. Een pomp NF 5 type RPDCB-4  nader bekeken (Data Sheet E 518)

http://www.knfkorea.com/pdf/NF5.pdf

  • Voedingspanning minimum  10 Volt max 28 Volt DC
  • Stuurspanning voor debiet tussen 0Volt en 5 Volt voor 5 ml/min en max 70 ml/min
  • Pomp 100% olievrij, droogaanzuigend, droogloop zeker, volledig vrij van elke vorm van onderhoud
  • Temperatuur van de pompvloeistof max. 80°C bij max. 40°C omgeving.
  • Zuighoogte 4m Wk
  • Persdruk 10m Wk
  • Membraan is van EPDM
  • Gewicht 30 gram !
  • Afmetingen 31 x 24 x 40 mm.
  • Verbruik  = 1.5 Watt
  • Motor beveiliging IP 40
  • Fabrikant Veder NV (Ned.) Merknaam KNF
  • Verkoop en verdeling in België KNF  Konichsesteenweg 17  2630 Aatselaar 03-871 96 24

Werken met perspex.

Een van mijn hobby’s is het houden van een zee aquarium. Een van de grootste nadelen van deze
hobby vind ik de prijzen die je moet betalen voor de producten die je nodig hebt om deze hobby te
kunnen uitoefenen erg hoog zijn. Zo betaal je voor een beetje ‘perspex product’ al snel honderden
euro’s.
Uiteraard heb je al eens zelf gewerkt met PVC

Meer weten ? Zie bijlage.
Bijlagen:
Bewaar het bestand perspex.pdfPerspex.pdf[ ]375 kB
Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

De halloween heremietkreeft Ciliopagurus strigatus
in het aquarium van Stefaan Fabri

Foto: Patrice Cornelis