Portaalsite voor de échte zeeaquariaan

Zoeken op de site

Planariabestrijding met Concurat L (deel1)

Planariabestrijding met Concurat L (deel1)

 

Met dit artikel zal ik mijn ervaringen delen op het gebied van de bestrijding van Planaria. 

Eerst moeten we ons de vraag stellen: “Wat is Planaria?”

Hetgeen wij doorgaans “Planaria” noemen is in de liefhebberij een verzamelnaam voor diverse soorten platwormen die zowel in zoetwater- als in zoutwateraquaria kunnen voorkomen. Er bestaan ongeveer 20.000 soorten platwormen.

Planaria in de enge betekenis is een platworm van de stam Platyhelminthes, de classificatie Turbellaria, van de orde Seriata en behoort tot de familie van de Planariidae van het geslacht Planaria.

In een andere stam, de Acoelomorpha, in de orde Acoela, behorende tot de familie van de convolutidae van het geslacht Convolutriloba kennen we de soort retrogemma (Hendelberg en Akesson – 1988). Dit is de roodbruine soort platworm die het meest verspreid is in onze aquaria en die we dus eigenlijk ten onrechte “Planaria” noemen, aangezien ze niet tot deze familie en dit geslacht behoren. Ze zijn 1 tot 3 mm lang en zijn goed herkenbaar door de drie lobben aan de achterkant van het lichaam, vandaar de geslachtsnaam “Convolutriloba”.

In de familie van de Covolutidae bestaat ondermeer het geslacht Amphiscolops waarvan ik enkel de soort langerhansi wil vermelden (V. Graff, 1882) V. Graff 1905.

De “Planaria-soort” die een plaag is in mijn aquarium is de Waminoa sp 1, voor het eerst beschreven door L. Winsor in 1990. Ze komen voornamelijk voor in de Western Pacific. Ze behoort eveneens tot de familie van de Convolutidae. Je kan ze goed herkennen door de bruine kleur, de vorm van de silhouet van een appel en de gele stip aan de achterzijde, het voortplantingsorgaan. Ze zijn doorgaans 3 mm groot. Ze komen meestal in groepen voor en bedekken grote oppervlakten van de koralen. Ze voeden zich met kleine crustacea, copepods, diatomeeên en kleine stukjes van de koraalhuid. De bruine kleur komt door de symbiose met ééncellige algen, zooxantellae, dinoflagellaten of diatomeeën.

 

Waminoa_sp_1.JPG

Dit is een foto van een Sinularia in mijn aquarium, aangetast door Waminoa sp 1. (foto: G. Leys) 

In mei 2006 ben ik opgestart met een rifaquarium van 200 cm X 70 cm X 70 cm met een Ratz-sump van 100 cm X 50 cm X 50 cm.

Verder werk ik met een Ratz-afschuimer, een fosfaatfilter, een kalkreactor en circa 150 Kg levend steen uit de Caraïben. De verlichting bestaat uit 3 keer HQI 150W en 4 keer T5, twee bleu en twee actinique. 

Na een vlekkeloze opstartfase met de gekende alg- nitriet- en nitraat-opstoten ben ik na een tiental weken begonnen met het inbrengen van een 30-tal verschillende lederkoralen zoals Sinularia, Sarcophyton, Discosoma, Briareum enz…, alles rechtstreeks geïmporteerd uit Singapore.

Geleidelijk volgden dan enkele functionele vissen zoals twee Dolabella auricularia (zeehaas), enkele Paguristes cadenati (rode heremietkreeften), drie doktersvissen namelijk een Ctenochaetus Strigosus (geeloog borsteltanddokter) een Zebrasoma flavescens (gele zeilvindokter), en een Ctenochaetus tominiensis (Tomini Borsteltand doktersvis), twee dwergkeizers, met name een Centropyge aurantonotus (Braziliaanse dwergkeizersvis) en een Centropyge bispinosa (Gestreepte dwergkeizersvis) en een viertal Pseudochromissoorten, de Pseudochromis flavivertex (geelrug dwergbaars), de Pseudochromis springeri (Zwarte Dwergzeebaars), de Pseudochromis fridmani (Koning Salomon – dwergbaars) en de Pseudochromis aldabraensis (Oranje dwergbaars).

Daarna werden ook enkele LPS en SPS koralen ingebracht met wisselend succes. 

Met het motto in het achterhoofd “beter voorkomen dan genezen” werd elk nieuw ingebracht stuk gecontroleerd op de aanwezigheid van Planaria of andere parasieten en zonodig werd een voorbehandeling gedaan met de zogenaamde “zoetwaterbad-methode”. Die bestaat erin dat het stuk gedurende enkele seconden wordt ondergedompeld in een zoetwaterbad met dezelfde temperatuur als het aquariumwater. Indien er planaria op het stuk aanwezig is dan zie je die zo van de behandelde stukken afspringen om te trachten weg te komen uit het zoetwatermilieu. Helaas kan je op die manier niet de eieren verwijderen zodat een latere besmetting met deze methode niet uit te sluiten valt. Bovendien is deze methode niet zonder gevaar voor de lagere dieren, want door de grote osmotische druk van het zoetwater zullen vele lagere dieren er aan sterven of er gedurende een lang tijd minder fris uitzien.
Een betere methode om de Planaria af te spoelen alvorens je de stukken in je systeem brengt, is met Iso-Betadine. Dit is een product van Viatris te 1170 Brussel onder licentie van  Mundipharma te Basel, vrij verkrijgbaar in de apotheken. Het wordt gebruikt voor wondontsmetting. Iso-Betadine bevat een 10% oplossing van polividon jodium. Je lost 1 centiliter Iso-Betadine op in 1 liter zeewater uit je aquarium en hierin dompel je het in te brengen stuk gedurende 5 minuten. Regelmatig even schudden met het te behandelen dier om de dode planaria af te schudden, want ze springen er niet zo vanaf zoals bij de zoetwater-methode. Gevoelige koralen zullen echter ook met deze methode te kampen hebben met uitval of minder fris uitzien, maar niet zo erg als met zoet water.
 


Dit is een andere Planaria-soort (Foto: Hans Peter)

Een viertal maanden na de opstart werden een tiental planaria’s van de gele soort met het rode hart waargenomen in het aquarium. Deze werden dadelijk met een luchtslangetje afgeheveld en werden daarna nooit meer waargenomen. 

Na een tiental maanden werd plots een vrij groot aantal bruine planaria waargenomen. Deze werden ook afgeheveld, doch de plaag nam zo snel uitbreiding dat dit niet meer kon baten. De Waminoa sp. 1-plaag was een feit. 

Alvorens chemische middelen in te zetten heb ik eerst geprobeerd om de planaria op een natuurlijke manier te lijf gaan. Ik heb enkele zogenaamde planaria-etende vissen ingebracht. Zo ondermeer een Halichoeres chrysus (kanarielipvis), een koppeltje koppel Synchiropus splendidus (Blauwe mandarijn pitvis), een koppeltje Synchiropus ocellatus (Oogvlek dwergpitvis) en een koppeltje Synchiropus marmoratus (Rode dwergpitvis) en een vijftal Chelidonura varians (zwartblauwe naaktslak).
De naaktslakken, hoewel ze een vijftigtal Planaria per dag verorberden, hielden het nooit langer uit dan twee dagen en verdwenen dan, ofwel in de overloop, ofwel achter het levend steen om nooit meer tevoorschijn te komen. Dit is mogelijk te wijten aan de sterke stroming in het aquarium (19.000 liter per uur in een bak van 900 liter). De ingezette lip- en pitvissen heb ik nooit Planaria zien eten.
Dan maar geprobeerd met een Canthigaster Valentini (Valentini kogelvis). Hoewel ik in een recent Duits tijdschrift gelezen had dat hij Planaria zou eten, weigerde hij dit pertinent bij mij te doen. Wel pikte hij voortdurend aan de tridacna’s en aan enkele lagere dieren. Deze bleven na een tijdje altijd dicht staan dus heb ik de kogelvis terug moeten uitvangen.
 


Foto: Hans Peter

Mijn conclusie over het inzetten van planaria-etende vissen is dat ze enkel nuttig zijn ter voorkoming van een plaag, maar kunnen ze nooit een bestaande plaag indijken of uitroeien. 

De plaag breidde steeds verder uit en bij elke waterwissel werden vele honderden platwormen afgeheveld met een luchtslangetje, doch wanneer het luchtslangetje werd opgeborgen en de waterwissel voltooid werd, dan stonden de aangetaste stukken weer net zo vol planaria als voorheen, alsof er niets gebeurd was.
Sommige Discosoma’s kwijnden gewoon weg omdat ze voor 75% bedekt waren met planaria en zodoende verstoken bleven van het licht dat ze nodig hebben om te leven.
Stilaan raakten ook andere lagere dieren aangetast, zoals Catalaphylia, Goniopora, Heteractis magnifica (Symbiose anemoon). Enkel de SPS-koralen en de sterk netelende LPS-koralen bleven gespaard.
 

Op dit punt aangekomen kon ik niet meer langer lijdzaam toezien hoe de dieren verder werden aangetast. Hoe langer ik nu zou wachten, hoe moeilijker en ingrijpender de chemische bestrijding zou worden. Hoewel ik niet hou van chemische bestrijdingsmiddelen in het aquarium was ik genoodzaakt om de plaag uit te roeien met Concurat-L. Concurat-L is een product van Bayer met het werkende bestanddeel Levamisol in een verhouding van 10%. Dit is een anthelminticum, een medicament dat in de diergeneeskunde bekend staat voor de bestrijding van platwormen die onder andere mond- en klauwzeer veroorzaken bij runderen en schapen. Als je dus dit geneesmiddel wil bestellen bij je apotheker, vermeld er dan bij dat het dient om platwormen in je aquarium te bestrijden, zoniet riskeer je dat er een schutkring van enkele kilometers rond je huis wordt aangelegd!

Indien jouw apotheker het niet wil of kan leveren, reageer dan door onderaan het tweede deel van dit artikel een reactie op ons forum te plaatsen, dan zal ik opzoeken hoe het verkrijgbaar is in de handel. 

Het werkend bestanddeel Levamisol kan je ook vinden in producten met een andere naam, zoals Codiverm (Codifar) of L-Ripercol (Janssen). Meer info zie http://www.cbip-vet.be/nl/texts/NAPOOOL1AL2c.php#Spec. Je moet er van uit gaan dat Concurat-L ongeveer 10% Levamisol bevat. Indien je dus Levamisol in een andere samenstelling wil gebruiken, moet je de verhouding met Concurat-L respecteren.

Vooraleer Concurat-L toe te passen dienen enkele voorzorgen genomen te worden. Best kan je eerst een quarantaine-aquarium maken waar je al je Tridacna’s, zeesterren en zeekomkommers in onder kan brengen, want deze dieren verdragen de behandeling beslist niet goed. Dan breng je een koolstoffilter in je sump aan met actieve kool, 10 gram per 100 liter aquariumwater. Je neemt best een doorstroomfilter, dus niet zomaar een zakje kool in de sump hangen, dit laatste geeft niet het gewenste resultaat. De bedoeling is om met deze koolstoffiltering zo snel mogelijk na de behandeling de actieve stoffen in Concurat-L weer uit je systeem te halen. Deze koolstoffilter moet ongeveer 24 uur na de behandeling opgestart worden en gedurende eveneens 24 uur in werking blijven. Vergewis u ook van de goede werking van de eiwitafschuimer, want die moet de schadelijke gifstoffen, die vrijkomen na het afsterven van de Planaria, uit je systeem halen. U kan best ook voldoende witte filterwatten in de overloop plaatsen om zoveel mogelijk dode planaria uit het systeem te filteren. 

Nu kan u het mengsel gaan aanmaken. Je gebruikt 7,5 gram Concurat-L voor 400 liter aquariumwater. De concurat-L los je op in 2 liter demi- of osmosewater en die giet je boven in je aquarium, liefst in de omgeving van een circulatiepomp om het mengsel zo homogeen mogelijk te verdelen over de aquariuminhoud. Een lichtere dosering zal de planaria niet doden en een zwaardere dosering zal het systeem te erg belasten. Laat de circulatiepompen enkele minuten werken en zet dan zoveel mogelijk circulatiepompen af. Je zal zien dat veel planaria vrij in de bak zal komen zweven en een groot deel zal naar de oppervlakte komen. Met een fijnmazig schepnet kan je best zoveel mogelijk dode planaria uitscheppen. Alles wat je kan uitvangen zal je systeem niet verder belasten, want de dode planaria scheiden gifstoffen af in je aquarium die de vissen niet goed kunnen verdragen. Als je merkt dat er niet meer al te veel dode platwormen ronddrijven kan je stoppen met scheppen en de circulatiepompen opnieuw in werking stellen. Na een uurtje kan je best de witte filterwatten in de overloop even verversen. 


Een Planaria-plaag merk je dikwijls eerst op bij de Discosama (Oren) Foto: Hans Peter

Hou ondertussen alle veranderingen in je aquarium goed in de gaten en zo nodig kan je dieren die in moeilijkheden komen trachten te vangen en overplaatsen in de quarantaine. Na 24 uur niet vergeten het koolstoffilter in werking te zetten gedurende 24 uur. Daarna het koolstoffilter verwijderen. Dan mag je de Tridacna’s, zeesterren en zeekomkommers weer terugzetten. Controleer echter deze dieren zeer nauwgezet zodat je niet opnieuw planaria in je systeem brengt, anders is het dweilen met de kraan open! Desnoods eerst enkele seconden dompelen in zoet water (let op dat de Tridacna’s goed gesloten zijn, anders overlever ze het niet) 

Een groot nadeel van Levamisol is dat nu ook vrijwel alle slangsterren in je systeem uitgeroeid zijn. Dit waren zeer nuttige dieren die veel detritus opruimen. Helaas vergt elke oorlog onschuldige slachtoffers. 

De hiervoor beschreven behandeling moet je twee keer om de tien tot veertien dagen herhalen zodat de eitjes, die ondertussen uitgekomen zijn, ook vernietigd worden. 

Je moet hierbij wel goed beseffen dat het hele eco-systeem in je aquarium gedurende lange tijd grondig verstoord zal zijn zodat je mogelijk enkele lagere dieren of vissen zal kunnen verliezen of dat ze er gedurende een tijdje minder goed uit zien. Dit is op voorhand moeilijk te voorspellen en is afhankelijk van diverse factoren, eigen aan elk aquarium. Als echter de vissen en lagere dieren in optimale conditie zijn en al je waterparameters goed zijn, dan heb je weinig te vrezen.

Einde deel 1. Het vervolg van dit artikel kan je bekijken als je hier klikt .

Germain Leys.

 

 

 

 

Inloggen Registreren

Uw account aanmelden

Gebruikersnaam *
Paswoord *
Onthoud mij

Account aanmaken

Velden met een sterretje (*) zijn verplicht.
Naam *
Gebruikersnaam *
Paswoord *
Herhaal paswoord *
E-mail *
Herhaal e-mail *

Foto van de maand

Centropyge Foto Tanne Hoff

De halloween heremietkreeft Ciliopagurus strigatus
in het aquarium van Stefaan Fabri

Foto: Patrice Cornelis