Deze methode word uitgevoerd met HQI verlichting. Hier laat ik jullie een plaatje laten zien met het verschil van Statische en Bewegende verlichting.
Dit plaatje toont het verschil zien tussen statische verlichting en bewegende verlichting.
Door een HQI lamp aan een rail te monteren met een motortje realiseer je een mooie, en niet te vergeten natuurlijk manier van verlichting.
Enkele voordelen van bewegende verlichting:
Natuurlijk heeft elk voordeel zijn nadeel, het enige nadeel wat ik kan bedenken is dat er op de Nederlands/Belgische markt nog niet veel aanbieders zijn die deze rails aanbieden.
In Amerika wel, een link naar dit bedrijf. http://www.lightrail3.com.
Ook een filmpje zal het een en ander verduidelijken voor jullie.
{denvideo http://www.youtube.com/watch?v=iZCnrcI32aw}
Zoals ik al zei dit is een niet veel gebruikte methode. Dat vind ik jammer en ik hoop in de toekomst meer systemen te zien die op deze methode draaien.
Zeewater groetjes
Arjen Drenthe
Vandaag de dag zijn er tal van aqua-computers op de markt te vinden. Meestal zijn dit toestellen waarin meerdere functies, zoals bijvoorbeeld lichtsturing, pH meting & stromingspatronen, in dezelfde behuizing zijn ondergebracht. Dit maakt de zaak compact en in sommige gevallen ook wel overzichtelijk, maar je hebt meteen ook een paar nadelen. De prijs van deze sturingen loopt snel aardig op en wanneer 1 van de functies besluit het op te geven dien je meteen een hele nieuwe dure unit aan te schaffen of moet je bij eventuele herstelling ineens alle andere zaken kunnen opvangen terwijl het toestel weg is voor service.
Uit het voorgaande blijkt waarschijnlijk reeds dat ik niet bepaald een voorstander ben van eerder genoemde combinatietoestellen. Al moet ik toegeven dat het allemaal zeer mooi en professioneel oogt. Zelf heb ik steeds de voorkeur gegeven aan aparte units of zelfstandige modules. Het is dan ook met deze reden dat ik een klein jaar geleden op zoek ben gegaan naar een automatische lichtsturing en mijn oog heb laten vallen op de Flora-mate lichtdimmer.
Wat is het?
De Flora-mate is een relatief goedkope 4 kanaals lichtsturing welke dimbare Evsa’s kan aansturen die werken volgens het 0-10 volt principe. Dat wil zeggen, uit het toestel komt een variabele stuurspanning tussen 0 & 10 volt, afhankelijk van het geprogrammeerde lichtniveau dat gewenst is. Dit signaal wordt aan de dimbare Evsa aangeboden en deze zal op zijn beurt de verlichting volgens gevraagd vermogen aansturen.
Op elk kanaal kan men op die manier bijvoorbeeld een 2*80 Watt T5 Evsa aan sluiten, wat resulteert in een totaal van 640 Watt. Voor het doorsnee aquarium zal dit reeds voldoende zijn. Dit is meteen ook 1 van de nadelen van het toestel, wil je meer kanalen of vermogen, dan zal je een 2e toestel moeten aanschaffen. Groot is het in ieder geval niet, het past bijna in je handpalm.
Het programma.
In tegenstelling tot vele andere lichtcomputers beschikt de Flora-mate niet over een eigen klok. Je sluit het toestel via een netstroomadapter gewoon aan op een schakelklok. Op dezelfde schakelklok sluit je de voedingsspanning van je Evsa’s aan. De Flora-mate zal steeds wanneer de klok aanspringt aanvangen met zijn programma af te werken in de volgorde die je zelf kan programmeren met de bijhorende software.
Dit heeft wel tot gevolg dat na een eventuele stroomonderbreking bij het heropstarten steeds terug wordt begonnen bij de eerste programmastand.De software is zeer gebruiksvriendelijk, doet een beetje Excel-achtig aan en, niet onbelangrijk, is in het Nederlands. Net als de handleiding trouwens. Beiden zijn te downloaden van de website van de fabrikant.
De praktijktest.
Het aansluiten van het toestel is quasi kinderspel, alles wordt stap voor stap uitgelegd in de handleiding. Wanneer alles aangesloten is wordt de Flora-mate een eerste maal verbonden met de pc via een usb aansluiting. Een belangrijk item is de calibrering, blijkbaar varieert de relatie stuurspanning-vermogen van fabrikant tot fabrikant voor de Evsa’s. Via een eenvoudige functie kan je zelf calibreren en maximum en minimum waardes instellen.
Op die manier is het dan ook mogelijk om verschillende merken van Evsa’s door elkaar te gebruiken. Zelfs na calibrering blijkt echter dat de procentuele lichtwaardes in het programma niet overeenstemmen met het lichtniveau van de buizen. In mijn geval werd gebruik gemaakt van Osram Evsa’s en buizen. Volledig uit gaan de buizen nooit, 90% instelling kwam overeen met 50% lichsterkte. Van 90% tot 100% programmeerwaarde liep het dan evenredig met de lichtopbrengst ( elk 1% programeerwaarde = 5% reële lichtwaarde).
Dit dien je wel eerst even uit te testen voor je tot programmeren overgaat. Door het niet overeenstemmen van de % waardes heeft de grafische interface vn het programma een beetje van zijn nut verloren. Eens je programma geschreven is laat dit zich makkelijk uploaden naar de Flora-mate.
Alles op een rijtje.
Voordelen | Nadelen |
prijs | geen interne klok |
eenvoudige installatie en programmering | maximum 4 kanalen |
Nederlandse handleiding & programma | % programmawaarde niet gelijk aan reële lichtwaarde |
Ultraviolet-stralen (UV-stralen) zijn onzichtbaar voor het menselijk oog. Ultraviolet stralen zijn golven met een korte golflengte tussen 100 en 380 nm of 10-5 of miljoensten van een mm, een golflengte tussen die van het zichtbaar licht en die van Röntgenstraling. De voor de aquaristiek gebruikte golflengtes liggen rond de 254 nm omdat die het best in staat zijn om de cellen van sommige levende organismen te verstoren door het coaguleren van de eiwitten van de organismen. Deze deeltjes kunnen dan gemakkelijk door een filtermassa worden geadsorbeerd. Het geeft hen een mogelijkheid om besmettelijke organismen, die onze vissen kunnen ziek maken, te steriliseren. Ze dienen dus niet om de vissen zelf te bestralen, wel het aquariumwater met de daarin levende organismen.
De hoogtezonnen die thuis gebruikt worden hebben een heel andere werking door hun relatief langere golflengte. De fysiologische werking van de UV-bestraling hangt immers af van de golflengte.
Nm infrarood
780
Zichtbaar licht
380
UV-A
315 Antirachitisch/bruinend
UV-B
280
Bacteriedodend
254
UV-C
200
Ozonvormend
100
Röntgenstraling
Opmerking:
- Een aquarium heeft geen behoefte aan UV-licht dat door de zeer geringe doordringingscapaciteit (slechts enkele cm) door de eerste waterlagen volledig geabsorbeerd wordt. In een normaal ingericht en functionerend aquarium is een dergelijke lamp dus overbodig.
- Een UV-lamp mag ook niet geïnstalleerd worden in een aquarium dat pas opgezet werd, om de ontwikkeling van de zo nodige bacteriën niet te verstoren, bacteriënkolonies die trouwens nog niet ontwikkeld zijn.
- We moeten er ook over waken het gebruik niet te combineren met een kuur met medicamenten want de UV-stralen zal de werking van vele stoffen verminderen!
Vroeger werd gezegd dat UV-stralen vele parasieten (zoals bacteriën, virussen en protozoa als Oodinium en schimmels zoals Saprolegnia) kunnen vernietigen. KUNNEN vernietigen. In de praktijk is dit niet altijd het geval…
De stralen kunnen een uitgebroken ziekte niet 'genezen', de stralen zullen enkel helpen vermijden dat de ziekte uitbreekt. Eens uitgebroken is het te laat en moet de hulp van medicijnen ingeroepen worden. Ze remmen de parasieten wel in hun ontwikkelingscyclus door deze te verstoren zodat de vis, die vaak een ongewilde gastheer is, minder aangetast wordt en zelf zijn immuniteit kan versterken.
De constructie van een UV-lamp doet denken aan de bekende TL-lampen, maar ze zijn aan de binnenzijde niet voorzien van een laag fluorescentiepoeder. Voor de aquaristiek wordt een speciale soort van lage druk kwikdamplamp gebruikt. De lamp zelf is gemaakt van UV-doorlatend (kwarts)materiaal. Het kwarts laat namelijk de UV-straling door, terwijl glas ze zou opslorpen. Ongeveer 70 % van de totale straling ligt tussen de 250 en 270 nm, de golflengtes die het sterkst antikiem werken. De lamp zelf is ondergebracht in een grotere glazen dubbelwandige buis, waar het water wordt doorheen gepompt.
Het principe van een UV-'bestraler' is vrij eenvoudig. Het te behandelen water circuleert langs een glazen cilinder die de UV-lamp omsluit. De ruimte tussen de lamp en de mantel verplicht het water in een dunne laag er langs te lopen, zodat het ganse volume water wordt bestraald. Omdat water geen UV-stralen kan opnemen of transporteren, is het uitstromende water stralingsvrij. Schade aan de vissen, de planten of de bacteriekolonie op het filtermateriaal is uitgesloten. In een aquarium kunnen we dus geen steriel milieu verkrijgen!
Tijdens de bestraling wordt er ook een beetje ozon gevormd, nochtans niet te vergelijken met de ozonproductie van een ozonisator. Het bestraalde water mag dus rechtstreeks naar het aquarium teruggepompt worden.
Vermogen en efficiëntie.
Het vermogen van de lamp wordt gekozen in functie van de grootte van het aquarium waarop ze zal gebruikt worden. Bepaalde bronnen vermelden ongeveer:
6 watt voor 50 liter
8 W voor 50 tot 200 l
30 W voor 700 tot 1500 l
Zonder reclame te willen maken, geeft een producent van dergelijke UV-lampen volgende waarden:
Lamp (Watt) 15 30 40 UV-C gedeelte(Watt) 4 10 12,6 Werkingsgraad(%) 26,7 33,3 31,5 Oppervlakte(cm2) 286 654 1337 Stralingsintensiteit Aan Opp(mW/cm2) 14 15 9
Volgens de constructeurs en de beschikbare informatie moeten we de lampen vervangen na ongeveer 2000 uur branden omdat ze dan aan efficiëntie verliezen. Nochtans kunnen we ze nog 4000 tot 5000 uur gebruiken. Sommige constructeurs garanderen zelfs 8000 uur (of ongeveer 2 jaar bij een gemiddelde gebruiksduur van 13 u per dag). Andere bronnen zeggen dat we de lampen slechts moeten vervangen indien ze beginnen te flikkeren of niet goed ontsteken, net zoals de gewone TL-lampen. Voorzichtigheid is echter geboden indien het water veel nitraten bevat. Door reductie kan er uit het vrij onschuldige nitraat het dodelijke nitriet gevormd worden door photolyse van nitraat (bestraling onder 235 nm). Indien de vissen na enige tijd gaan tuimelen of onrustig worden na het gebruik van een bestraler, moeten we de behandeling onmiddellijk stopzetten. We meten zekerheidshalve het nitriet- en nitraatgehalte.
Tegen groen water?
Bestralingstijd (sec) = dosis (mWs/cm²) / stralingsintensiteit (mW/cm²)
Maw: algen hebben 360 tot 600 mWs/cm² nodig, of een verblijfduur van 36 tot 60 sec. Een 30 W lamp is 80 cm lang; het water mag er dus doorstromen met een snelheid van 1 tot 2 cm/sec om algendodend te werken! Als we dan nog eens het rendementsverlies in rekening brengen door de te lage temperatuur, dan kunnen we ons inbeelden hoe efficiënt we onze lampen soms gebruiken. Het doel is ook weer niet om een steriele omgeving te creëren, want daar zullen we niet in slagen. We mogen er ook niet in slagen: dergelijk milieu is niet leefbaar voor onze dieren en de andere levende organismen. Bij het gebruik in een kweekinstallatie of een quarantaine bak is een straler wel nuttig: het circulerende water wordt voortdurend kiemvrij gehouden, waardoor zelfinfectie wordt voorkomen.
Voorzorgsmaatregelen.
Gebruik bij kweken?
Vrij vertaald en bewerkt door Eddy Leysen uit Aquarium Pratique.
(Mat en Entretien des Aquariums ED 47)
Wat verdwijnt er nu eigenlijk via de eiwitafschuimer uit het aquarium?
Dit is een veel gehoorde vraag op verenigingsavonden. Je hoort dan een heel scala aan antwoorden, variërend van: alle jodium verdwijnt, de sporenelementen verdwijnen, tot natuurlijk eiwitten (ofwel nitraat vormende verbindingen). Maar in de Nederlandstalige tijdschriften heb ik nog nooit gelezen dat iemand dit schuim uit de eiwitafschuimer ook werkelijk heeft geanalyseerd.
Nu heeft Ronald Shimek in Reefkeeping.com (http://reefkeeping.com/issues/2002-12/rs/feature/index.htm) een artikel gepubliceerd waarin hij een aantal metingen beschrijft van vloeistoffen en “plak” uit eiwitafschuimers en dit o.a vergelijkt met de samenstelling van Caulerpa’s. Hij probeert in dit artikel te beschrijven wat je door middel van een eiwitafschuimer en bv. een wierengoot uit je aquarium verwijdert. Hij heeft van 4 verschillende aquaria vloeistof uit de eiwitafschuimer genomen en dit geanalyseerd. Tevens heeft hij drie verschillende Caulerpa’s geanalyseerd, om te kijken wat je zoal via het “oogsten” van wieren uit je aquarium verwijdert.
De gemiddelden van deze metingen zijn te zien in Tabel 1.
De waarden zijn in ppm en gebaseerd op de vloeistof of prut zoals die uit de afschuimer komt. De Caulerpa’s zijn nat gewogen en het gehalte is dus gebaseerd op dit gewicht.
Als je de hoeveelheid schuim uit de eiwitafschuimer weegt kan je beetje gevoel krijgen hoeveel zouten en sporenelementen je via deze weg uit je systeem verwijdert.
Tabel 1. Gemiddelde samenstelling (n=4) van eiwitafschuimer produkt en Caulerpa
Alle waarden zijn in ppm (≈ mg/kg )
Element | Natuurlijk zeewater (Pilson,1998) | Vloeistof uit eiwitafschuimer | Concentratie factor | Aanslag in eiwit afschuimer | Caulerpa sp. |
Aluminium | 0.000270 | 45.43±76.48 | 168.000 | 560 | 38.33±24.91 |
Arseen | 0.001723 | 0.470 | 276 |
|
|
Barium | 0.013740 | 0.370±0.621 | 27 | 1.900 | 0.177±0.060 |
Boor | 4.600 | 4.030±3.932 | 0.9 | 17.00 | 6.000±1.838 |
Cadmium | 0.000079 | 0.128±0.103 | 1.620 | 0.890 | 0.200±0.135 |
Calcium | 400 | 2207 ± 3734 | 5.5 | 37000 | 1743±1136 |
Chroom | 0.000208 | 0.190±0.255 | 905 | 0.880 |
|
C |